De samengestelde menwedstrijd (SGWM)

Bij de samengestelde menwedstrijd neemt een aanspanning deel aan drie verschillende wedstrijdonderdelen. Het resultaat van deze drie onderdelen gezamenlijk, bepaalt het eindklassement. Vandaar de term ‘samengesteld’.

De drie onderdelen zijn: dressuur, marathon en vaardigheid. De meeste samengestelde wedstrijden worden in twee dagen verreden. De dressuur en vaardigheid vinden dan plaats op de eerste dag en de marathon op de tweede dag. Het komt ook voor dat alle onderdelen op één dag plaatsvinden.

In de basiswedstrijdsport zijn er verschillende klassen: de klassen 1, 2 en 3. Een hogere klasse, betekent een hogere moeilijkheidsgraad in de dressuur, kortere toegestane trajecttijden in de marathon en smallere doorgangen in de vaardigheid.

cross

Een samengestelde wedstrijd bestaat dus uit :
Proef A: een dressuurproef
Proef B: de marathon
Proef C: een vaardigheidsparcours

De dressuur : proef A
Het onderdeel dressuur wordt nationaal en internationaal verreden in een ring van 100 x 40. Voor de klasse 1, 2 en 3 mag een kleinere ring met de afmeting 80 x 40 worden uitgezet. De proef duurt ongeveer 8 minuten en alle deelnemers rijden per rubriek dezelfde proef. De deelnemers worden beoordeeld door twee of drie juryleden.

De marathon : proef B
De marathon, ook wel uithoudingsproef genoemd, is het zwaarste en meest spectaculaire wedstrijdonderdeel. Het te rijden traject is maximaal 18 kilometer lang en heeft drie fasen.
Het eerste gedeelte is het A-traject dat 5 tot 8 kilometer lang is. Dit traject moet worden afgelegd in een vastgestelde snelheid; deze snelheid is ook weer afhankelijk van de klasse en het feit of er met pony’s of paarden wordt gereden.
Daarna volgt het zogenaamde overgangstraject. In dit traject is de te rijden gang vrij. Gezien de te rijden tijd in dit traject ruim is gesteld, zou een aanspanning het gehele overgangstraject kunnen stappen.
Te laat finishen in de trajecten levert strafpunten op, maar te vroeg ook. Hier ligt een belangrijke taak voor de groom ( = de persoon achterop het rijtuig) om aan de hand van tabellen en de stopwatch aanwijzingen te geven aan de koetsier.
Het laatste traject is het E-traject. Dit is 6 tot 9 kilometer lang en in dit traject zijn tevens 6 tot 8 vaste hindernissen opgenomen die zonder fouten en zo snel mogelijk genomen moeten worden. Elke seconde in de hindernis levert strafpunten op en ook het in verkeerde volgorde rijden van de diverse doorgangen die in elke hindernis zijn opgenomen geeft strafpunten. De hindernis bestaat meestal uit 6 doorgangen beletterd van A t/m F.
In de hindernissen gelden nog een aantal spelregels. Bij overtreding hiervan kan men extra strafpunten oplopen. Hierbij moet gedacht worden aan: afrijden van magneetpaaltjes; beide voeten op de grond van de groom(s); koetsier op de grond; herstelde en niet herstelde fout in het parcours; het omslaan van het rijtuig en het neerleggen van de zweep.

Om de hindernissen snel en foutloos te kunnen rijden, worden voorafgaande aan de wedstrijd de hindernissen uitgebreid verkend door de menner en de groom. Zij maken samen een plan hoe elke hindernis het beste gereden kan worden. Tijdens het rijden van de hindernis treedt de groom als navigator op en heeft de (fysiek) zware taak om het rijtuig in balans te houden, wat door de snelheid waarmee wordt gereden een hele klus is.cross

Voor het publiek zijn hindernissen het meest spectaculair en voor de paarden, de koetsier en de groom(s) het zwaarste onderdeel van de wedstrijd. Tijdens de verplichte rust in de marathon en na de finish worden de paarden gecontroleerd door een dierenarts.

De vaardigheid : proef C
Het laatste onderdeel van de samengestelde menwedstrijd is de vaardigheidsproef, een proef die een beetje te vergelijken is met een springparcours van een concours hippique.
De vaardigheidsproef is bedoelt om de conditie, de gehoorzaamheid en de soepelheid van de paarden na de marathon te toetsen, alsmede de behendigheid en het vakmanschap van de rijder te beoordelen.

De resultaten van proef A, B en C worden bij elkaar opgeteld en bepalen het eindklassement van de samengestelde wedstrijd.

Op basis van het aantal (straf)punten bij alle onderdelen van de samengestelde wedstrijd kunnen winstpunten worden verdiend. Afhankelijk van het aantal behaalde punten vindt degradatie of promotie naar een andere klasse plaats. We kennen zoals eerder gezegd de klasse 1,2, 3 en 4, waarbij in klasse 4 ook internationaal gestart mag worden.

Hetgeen hierboven beschreven is, is van toepassing op de officiële wedstrijden zoals die worden georganiseerd door de KNHS. Er worden ook oefen- en wilde marathons georganiseerd, waarbij soms alleen een hindernistraject wordt gereden.

(vrije bewerking Wikipedia / www.knhs.nl / www.mendistrictnoord.nl).

 

Mendurance

Bij Mendurancewedstrijden worden er speciaal uitgezette routes gereden met een totale lengte van 20 tot maximaal 100 kilometer. Deze routes worden op tijd gereden en gaan dwars door de vrije natuur. Hoewel Mendurancewedstrijden op tijd worden gereden, staat het welzijn van het paard voorop. De deelnemende paarden worden daarom voor, tijdens en na de wedstrijd door een dierenarts gecontroleerd. Mendurance is een tak van sport waar hoge prestaties door zowel paard als menner worden geleverd, zonder dat prijzengeld een rol speelt. Met name voor de grotere afstanden moet het paard goed getraind zijn. Uithoudingsvermogen, samenwerking, vertrouwen en verzorging zijn de sleutelwoorden tijdens alle ritten. Deze wedstrijden zijn in de algemene wedstrijdkalender te vinden onder de discipline endurance.

(vrije bewerking Wikipedia / www.knhs.nl / www.mendistrictnoord.nl).cross

 

De minimarathon

Een minimarathon is een combinatie van een vaardigheidswedstrijd en een marathon (max. 3 marathon hindernisen). Deze wedstrijd kan zowel indoor als outdoor (max. oppervlakte 3200 m2) worden verreden.
Deelnemers moeten lid zijn van de KNHS (koetsiersbewijs houders zijn KNHS-lid) maar hoeven geen startkaart te hebben. De wedstrijd wordt verreden in drie klassen, te weten de klassen A,B en C.
•    Klasse A
Dit is de jeugdrubriek van 8 tot en met 17 jaar. Deelnemers mogen zonder startkaart rijden, maar moeten wel lid zijn of worden van de KNHS.
•    Klasse B
Klasse B is de rubriek voor de volgende deelnemers.
*    KNHS leden zonder startkaart
*    Rijders met een startkaart voor dressuur en vaardigheid.
*    Rijders die startgerechtigd zijn in SMW klasse 1 en 2.
*    Niet KNHS leden, mits deze direct lid worden via de KNHS website.
•    Klasse C.
In deze klasse mogen alleen rijders deelnemen die voldoen aan onderstaande voorwaarden.
*    Rijders die startgerechtigd zijn in de SMW klasse 3 en 4.
*    Rijders die in het bezit van een startkaart voor twee onderdelen die volgens de “over en weer” regeling startgerechtigd zijn in de klasse 3 en 4.
De klassen B en C kunnen samen gevoegd worden, afhankelijk van het aantal deelnemers.

(vrije bewerking www.mendistrictnoord.nl).