Reglement  arreslee wedstrijden De Friese Aanspanning.

Inschrijving.

De inschrijvingen dienen zo volledig mogelijk te zijn met naam, woonplaats, eigenaar, naam en/of roepnaam paard, ras, naam vaderpaard en gegevens van de slee. Wanneer de eigenaar niet de rijder is, tevens zijn naam vermelden. De inschrijver is verantwoordelijk voor de juiste informatie. De organisatie kan bij een onduidelijke en/of onjuiste  informatie de inschrijving weigeren of uitsluiten van de wedstrijd.

De inschrijving is aan een termijn verbonden. Dit om een voor het publiek zo volledig mogelijk programma te kunnen presenteren. Bij uitzondering kan de organisatie bijschrijvingen toe staan.

De inschrijving houdt automatisch in dat de deelnemers zich onderwerpen aan het reglement van de organiserende instantie(s) en aan de beslissingen van de jury. Bij eventuele problemen is het besluit van de hoofdscheidsrechter/arbiter onherroepelijk. De deelnemers worden of bij inschrijving of vroegtijdig voor de wedstrijd op de hoogte gebracht hoe er wordt gereden.     

Programma

Naast de combinaties worden de namen vermeld van de juryleden en hun taken, de omroeper , de commissie voor het schoonste geheel, het aantal prijzen in de A- en de  B- poule,  de plaats van de prijsuitreiking en de namen van de sponsors. Eventuele drukfouten of andere onjuistheden op het programma, worden tijdig door de omroeper gemeld. De deelnemers kunnen aan eventuele fouten geen enkel recht ontlenen.

Reglement.

De wedstrijd bestaat uit een harddraverij voor enkelspannen en een beoordeling van het schoonste geheel. De deelnemers zijn verplicht aan de wedstrijd van het schoonste geheel deel te nemen.

Paarden die staan ingeschreven bij de Stichting Nederlandse Draf- en Rensport of  paarden die mogelijk harddravers – (vreemd)  bloed in zich herbergen of van onduidelijke afstamming zijn, worden uitgesloten van deelname. Bij twijfel over de afstamming heeft de organisatie het recht een paard te weigeren.

De organisatie kan als bijzonderheid een afzonderlijke wedstrijd voor paarden met draverbloed of van onbekende afstamming organiseren.

De organisatie heeft het recht één of meerdere personen te benoemen die, voorafgaande aan de wedstrijd, de paarden en aanspanningen controleren. Dit uit oogpunt van veiligheid. Hun aanwijzingen moeten worden opgevolgd. Bij het niet opvolgen, kan de organisatie de inschrijver uitsluiten van deelname aan de wedstrijd.
Een bellenstreng is verplicht. Aan het hoefbeslag  voor wedstrijden op het ijs worden de volgende eisen toegekend: het beslag is verzorgd en niet versleten. Het gebruik van vier kalkoenen per ijzer is verplicht. De scherpe en puntige kalkoenen worden voorzien van widiapunten. De lengte van de kalkoenen is minimaal 1,5 cm. Voor wedstrijden op sneeuw wordt het beslag aan de rijder overgelaten..

De startvolgorde wordt bij loting en voor het drukken van het programma door de organisatie bepaald. Er wordt vooraf beslist of de splitsing/ schifting in een A- (winnnaars) en een B- (verliezers) poule in één of twee ritten plaatsvindt en hoeveel deelnemers er in de A-poule komen. Bij één rit kan de tijd als plaatsing voor A-poule worden gebruikt. De organisatie maakt een en ander vroegtijdig bekend.

Bij één rit wordt altijd naar het dorp (stad) toe gereden. Het laagste nummer van twee deelnemers start in de linker baan. Bij een omloop met twee ritten is de eerste rit van het dorp (stad) af. Bij de tweede rit naar het dorp toe vindt een wisseling van baan plaats. Een eventuele kamprit is altijd naar het dorp toe met de eerste rit als startvolgorde.

Na de schifting in een A – en B- poule wordt gestart met de B-poule. De organisatie kan beslissen deze poule in zijn geheel  af te wikkelen en daarna de A-poule. Komt in een poule een rijder met een vrije rit(ten), dan is hij of zij verplicht in draf over de baan te gaan. Deze rijder gaat als eerste over de baan. Wordt steeds met een even aantal rijders gereden, dan kan de organisatie kiezen om de lijst ‘over de kop te gooien’. Dit mag slechts eenmaal per poule  geschieden.

De deelnemers houden zoveel mogelijk rekening met oude tradities in zowel de aanspanning als kledij. Minimaal is een bellenstreng verplicht. Geen bellenstreng betekent automatisch uitsluiting.

De keuring voor het schoonste geheel worden voorafgaande aan de wedstrijd verreden. De organisatie heeft de mogelijkheid tijdens de wedstrijd nog een extra rit ‘van en naar het dorp’ voor het schoonste geheel in te lassen.

In die zaken waarin het reglement niet voorziet of bij onvoorziene problemen wordt overlegd gepleegd met de plaatselijke organisatie. Mocht het niet tot een vergelijk komen, dan is de stem van de hoofdscheidsrechter doorslaggevend.

Wedstrijdsecretariaat.

Het wedstrijdsecretariaat zetelt in een afgezette ruimte op het midden van de baan. Het secretariaat houdt het verloop van de ritten bij en maakt het schema op voor de volgende ronde en staat daarbij in nauw contact met de speaker en de hoofdscheidsrechter.

Hoofdscheidsrechter/wedstrijdleider.

De hoofdscheidsrechter/ arbiter/wedstrijdleider, ook wel baancommissaris genaamd, staat in het midden van de baan. Voorafgaande aan de wedstrijd instrueert hij de andere juryleden die bij start en finish staan.

Hij neemt in de wedstrijd het vlagsignaal van de starter over maar heeft het recht beslissingen van alle juryleden te herroepen. Hij bepaalt of de gang van een paard correct is.

De hoofdscheidsrechter kan een combinatie uitsluiten als hij van oordeel is dat er een gevaar is voor andere deelnemers en/of publiek.  Mochten rijders het niet eens zijn met een beslissing van juryleden bij start en finish, dan is beroep mogelijk bij de hoofdscheidsrechter. Tegen zijn beslissingen is geen beroep mogelijk.

Jury

Naast de hoofdscheidsrechter kent een wedstrijd een starter en een finishjurylid. Het is aan de wedstrijdleiding en organisatie of gekozen wordt voor een staande – of ‘vliegende’ start.
Bij een ‘vliegende start’ kan tevens gebruik worden gemaakt van een ‘ assistent-starter’ maar de bevoegdheid van een goede of valse start ligt enkel en alleen bij de starter.
De finishjury kan uit twee juryleden bestaan. Eén van de juryleden staat dan op de finishlijn, de andere iets verder op.  Bij twijfel wordt eerst overleg gepleegd voordat de uitslag wordt gegeven.

Het jurylid op de finishlijn hanteert de vlaggen en neemt direct het vlagsignaal van de wedstrijdleider over. (Zie verder vlagsignalen)

Taken juryleden

De juryleden maken gebruik van een witte- en rode vlag. De rode vlag geeft altijd de fout aan. De assistent-starter heeft geen vlag maar zorgt ervoor dat de paarden in de juiste volgorde en in de goede baan naar de start gaan.

Starter: Bij geen assistent- starter controleert de starter de juiste volgorde en de goede baan. Bij een staande start gelden de neuzen van de paarden boven de startlijn. Bij een vliegende start het gelijk aankomen op de startlijn. De start wordt aangeven door de witte vlag (heen en weer),  een valse start met het heen en weer gaan van de rode vlag en het aangeven van de baan waarin de valse start is veroorzaakt.

Hoofdscheidsrechter/arbiter: staat in het midden van de baan en heeft enkel een rode vlag. Bij een foute start neemt hij het vlagsignaal van de starter over.  Hij schakelt de paarden uit die onregelmatig draven en/of afwijken van hun baan. Enkele passen in galop zijn toegestaan maar de arbiter ziet er op toe dat de rijder dit direct corrigeert.
Wordt een combinatie uitgeschakeld dan blijft de arbiter dit met zijn vlag aangeven tot aan het einde van de rit. Bij uitschakeling van beide paarden geeft de arbiter beide banen aan.

Finishjurylid: Hij is verantwoordelijk voor de uitslag van de rit en geeft de winnaar/baan aan met de witte vlag. Bij een gelijke aankomst zwaait hij met de rode vlag en geeft beide banen aan.
Bij ernstig hinderen of afwijken van de baan en/of onregelmatigheden in de draf heeft hij het recht een paard uit te schakelen. Hij geeft dat aan met de rode vlag.
De finishjury neemt altijd het rode vlagsignaal van de arbiter over.


Jury schoonste geheel

De organisatie maakt vooraf het aantal prijzen voor het schoonste geheel bekend. Bijvoorbeeld een prijs (prijzen) voor het schoonste geheel bij het Friese ras en/of bij de overige rassen.
De jury voor het schoonste geheel bestaat uit minimaal twee personen. Originaliteit is een belangrijk onderdeel voor de uiteindelijke beslissing.

De organisatie en/of hoofdscheidsrechter geeft de jury voldoende tijd om tot een beslissing te komen. De keuring kan zowel in als buiten de baan plaatsvinden en de jury heeft het recht rijders te vragen naar tuig en slee. Het is aan de organisatie wanneer het besluit van de jury bekend wordt gemaakt.

Omroeper

De omroeper is geen jurylid, heeft dus geen stem maar kan wel bij een overleg worden betrokken. Hij/zij kan dan het publiek inlichten over het hoe en waarom van de beslissing van de jury.
De omroeper zorgt ervoor dat het publiek de juiste informatie krijgt. Hij/zij meldt niet enkel het wedstrijdverloop maar ook de bijzonderheden over de aanspanning en/of de rijder. Informatie inwinnen vooraf is dus wenselijk.
Voorafgaande aan de wedstrijd wordt het publiek er op gewezen dat zij op eigen risico het wedstrijd- en het stalterrein betreden. Mocht de omroeper een fout maken dan kan dit niet gelden als een jurybeslissing en dient de fout , als die in van invloed is op het wedstrijdverloop, te worden teruggedraaid.