“Een Fries ontdooit zodra het begint te vriezen”. Arreslee

Dit oude gezegde is ontstaan in een ver verleden toen er nog geen goede wegen waren.

Het water vormde eigenlijk de enige verbinding tussen de steden, dorpen en boerderijen. Wanneer dit water bevroor ontstond er een unieke situatie waarbij de schaatsen uit het vet werden gehaald en men zich over het ijs (snel) kon verplaatsen. Tochten werden er gemaakt, ijsherbergen deden goede zaken. Kortom volop vertier op en om het ijs.

Rijke families en boeren bezaten naast hun rijtuigen meestal ook een of meer arrensleden. Soms waren dat grote baksleden voor vervoer van goederen en personen. De sleden die we nu nog tegenkomen zijn over het algemeen kleine sleedjes zoals de tikker bedoeld voor pleziertochtjes of voor wedstrijden.

Aan het eind van de vorige eeuw, tussen 1988 en 1992 heeft een groep enthousiaste liefhebbers van arrensleden de stichting ‘Behoud Arresleden’ opgericht met als doel het arrensledenbestand in Friesland, inclusief de Waddeneilanden te inventariseren en te documenteren. Dit resulteerde in een boek “Arresleden in Friesland” en tentoonstellingen in Museum Willem van Haren in Heerenveen en het Nationaal Rijtuigmuseum in Leek.

De Vereniging ‘De Friese Aanspanning’ speelde en speelt bij het arrensledegebeuren altijd een zeer belangrijke en stimulerende rol. Want laat ons eerlijk zijn een arrenslee hoort op het ijs met een mooi paard ervoor en een enthousiaste menner erachter. De vereniging organiseert wedstrijden zowel op natuurijs, ondergelopen stukken land, ijsbanen en sinds het bestaan van ijsstadion Thialf in Heerenveen ook op het kunstijs. Natuurlijk gaat het er dan om wie het snelste paard heeft maar voor het schoonste geheel zijn eveneens prijzen te winnen. Bij een strenge winter is het dus zaak de wedstrijdagenda van de Friese Aanspanning goed in de gaten te houden.